Van hard werken ga je niet dood, of toch wel? 04-06-2019
Van hard werken ga je niet dood, of toch wel?
Kunnen / mogen we nog leven in Nederland? Volgens de politiek is Nederland een geweldig land met de beste gezondheidszorg, onderwijs en sociaal stelsel.
Wat houdt dat nu eigenlijk in leven? Denk daar even over na. Wat is leven? Is dat geboren worden, een opleiding volgen, werken, rekeningen betalen, kinderen krijgen, meer rekeningen betalen, eventueel met pensioen gaan om vervolgens te sterven en iets na te laten voor je nageslacht?
Leven is vrij zijn. Vrijheid. Kunnen doen wat je leuk vind en wanneer je dat wil. Ja vrijheid lijkt een belangrijk onderdeel van leven. Mijns inziens denken we daar in Nederland maar twee minuten per jaar aan, we vieren het een dag en een nacht en daarna gaan we weer over tot de orde van de dag. Werken, slapen en rekeningen betalen. In Nederland leven slechts een handvol mensen. De rest overleeft. Dat is heel wat anders. Het leven wordt als het ware uit je gezogen. Ten eerste wordt alles wat leuk is zwaarder belast. Je betaalt er extra voor. Plezier maken is duurder of wordt met een corrigerend vingertje betutteld. Om maar even wat te noemen: roken, drinken, snacken, gokken, verdovende middelen, brandstof voor de auto, smartphonen, gamen, etc.
Een echte definitie van leven is moeilijk te vinden op bijvoorbeeld het internet. Ja in feite leef je al als je ademhaalt en bloed rond pompt. Maar is dat ons doel op aarde? Is dat wat we willen? Ademhalen en bloed rondpompen tot we dood gaan of willen we ook nog iets spannends meemaken. Iets waar ons hart sneller van gaat kloppen. Iets meemaken waar we stiekem van dromen. Mag dat überhaupt nog wel in Nederland. DROMEN. Zijn we gewoon marionetten geworden in een systeem wat kost wat kost in stand dient te worden gehouden met weinig ruimte voor plezier?
We hebben het goed in het liberale vrije Nederland. We leven in een prachtig land. Maar welke Nederlander leeft in het moment? Doet u dat? De meeste Nederlanders leven of in het verleden of in de toekomst. Vroeger was alles beter of nee morgen ga ik beginnen. Als mijn salaris binnen is ga ik… Als de kinderen de deur uit zijn… Als ik met pensioen ben ga ik… We hebben trauma’s uit het verleden en zorgen over de toekomst. En dat terwijl je leven elk moment voorbij kan zijn. Even niet opletten bij het oversteken, een propje in je bloed, een terminale ziekte. Valar Morghulis. Iedereen moet sterven. En in Nederland lijkt het Valar Dohaeris iedereen moet dienen nog meer van toepassing. Zijn we echt zo vrij als we denken in Nederland? Kan je doen en zeggen waar je zin in hebt? Tot je zestiende levensjaar ben je leerplichtig. Als je werkt betaal je (veel) belasting en als je overwerkt wordt je dubbel belast. Als je een foutje maakt in het verkeer is de kans dat je een boete krijgt groot en je raadt het al, die moet je betalen. Betaal je niet meteen dan komt de deurwaarder langs… en de boete stijgt natuurlijk. Ja wie niet luisteren wil moet dan maar voelen galmt het door je hoofd. Een vuurtje stoken op het strand? Cash geld meenemen op vakantie? Een tweede huisje in Frankrijk? Vergeet het maar. Alles wordt streng gecontroleerd. Naast de politiestaat controle is er ook nog de sociale controle en om eerlijk te zijn weet ik niet welke erger is. Boze blikken van je medemens zijn het gevolg als je een keer uit de band springt en lol maakt alsof er geen morgen is. Je gaat buiten je comfortzone en dan is er altijd die boze blik van een (jaloerse) buurman of collega. Lol maken mag niet in Nederland. Alles gaat hier politiek correct. De brave druppels druipen als gouden regen van ons geweldige ego af. Nee ik doe het allemaal zoals het hoort. Kijk maar. Mijn stoep is schoon. Ik heb het voor elkaar. Ik ben de beste van de klas.
We worden bestormd met propaganda in het onderwijs en op de nationale televisie over hoe we moeten leven om een nette brave burger te zijn.
Over werken gesproken. We moeten ook steeds langer werken, want anders kunnen we het niet meer betalen. Maar wat kunnen we dan niet meer betalen? Het liefste heeft de regering dat we werken tot ons vijfenzeventigste en dan doodgaan. Zo houden we het systeem in stand. Maar voor wie eigenlijk? Dat lijkt niemand te weten. Het is er nou eenmaal. Het zou me niet verbazen als de staat een nieuw soort politiemacht in het leven gaat roepen. Een soort pensioen CIA / FBI. Zij zorgen ervoor dat je binnen een week na je eerst betaalde pensioenmaand het onderspit delft hetzij met een in scene gezet ongeluk of door stiekem een dodelijk gif in je drankje te doen. Op een legale manier wordt je leven beëindigt. En niemand heeft iets in de gaten. Het aloude van hard werken is nog niemand dood gegaan gaat dan al lang niet meer op in Nederland.
Ach ja, zolang het mij niet raakt en ik nog kan rondkomen vind ik het best, lijkt heel Nederland te denken. Het lijkt een afvalrace. De sterkste wint en verliezers zijn loosers. Dan maar met iets minder rond komen. Ik doe net alsof het goed met me gaat. Of zoals een maat van mij altijd zegt: ‘het kan mij niet schelen hoeveel de benzine kost, ik tank altijd voor 30 euro.’
Dit lijkt negatief over de Nederlander, maar over het algemeen zijn we juist een lief, vrijgevig, tolerant en meelevend volkje. Als er voor een goed doel op tv een beroep wordt gedaan op de goedheid van de Nederlander dan wordt er ruimschoots gedoneerd. We zijn in principe een vredelievend volk. We houden niet van problemen of confrontaties. Onze regering maakt hier dankbaar gebruik van. Ze komen steeds met nieuwe verzinsels om geld uit onze zak te kloppen. Maar wat bazel ik nou. Dit gebeurt overal in de wereld. In heel Europa is het tegenwoordig in de mode om burgers te kleineren en steeds meer vrijheden af te pakken. Zogenaamd in het algemeen belang. Wir Schaffen das. Maar wij willen helemaal niks schaffen. Wij willen gewoon leven. Kunnen dromen. Vrij zijn. En daar gaat dit artikel over. De huidige generatie is zo op braafheid, vlijt, werkethiek geconditioneerd dat ze niet eens meer weten wat ze zelf willen. Wat hun grote droom is.
Laatst zat ik op een bankje in het centrum van Arnhem naar voorbijgangers te kijken. Ik zag zorgelijke gezichten. Mensen die snel voorbij wandelden op weg naar een afspraak, werk? Ik zag kinderen voorbij fietsen met schooltassen en sporttassen achterop hun fiets. Ook onze kinderen zitten vol afspraken. School, tennis, hockey, gitaarles, padvinderij. Zij hebben al op jonge leeftijd geleerd dat het leven een boordevolle agenda is van routine en plichtplegingen.
Ik heb het hierboven over levenskwaliteit. Ik heb in veel landen gewoond naast mijn lange reizen en bijna overal in de wereld is meer leven dan in Nederland. In Curaçao bijvoorbeeld leef je in één week net zoveel als in een half jaar in Nederland. Het ligt niet alleen aan alle beperkende factoren, wetten en regels. Het weer speelt ook een grote rol. Het klimaat. In Nederland heb je twee maanden goed weer en tien maanden is het grijs. In Spanje is dit precies andersom. En natuurlijk beïnvloed het weer je gemoedstoestand. Ook de bevolkingsdichtheid helpt niet echt mee om je vrij te voelen. Waar je ook gaat er hijgt altijd wel iemand in je nek. Meer mensen meer regels.
Roy van Zanten, de hoofdrolspeler uit het Dolen boek, pakt het anders aan. Hij trekt zich van niks en niemand iets aan en doet waar hij zin in heeft. Door een vroeg overleden vader en een moeder die weinig grip op hem heeft voedt de eigenwijze Roy zichzelf op zwerend nooit volwassen te willen worden. Natuurlijk maakt hij veel fouten en wordt hij door schade en schande langzaam wijzer. Vol passie voor het leven duikt hij van het ene avontuur in het andere. Hij probeert wel mee te doen in de maatschappij, maar hij krijgt het maar niet voor elkaar. Dat huisje, boompje, beestje verhaal werkt niet voor hem. Hij wil vrij zijn, reizen, de wereld zien. ‘Het kan toch niet waar zijn dat dit wat wij hier doen in Nederland leven is?’ denkt Roy. Hij vlucht in verre reizen. Eerst nog via de Koninklijke Marine en later steeds na mislukte relaties. Het begint dus als vluchten. Maar juist daardoor ontdekt hij de beauty van de wereld en wordt het reizen. In Spanje ontmoet hij de hemelse Michelle. Ze lijkt net als Roy te zijn, maar ze heeft een duistere kant die hij pas ziet als ze zwanger is. Michelle loopt voor de derde keer boos weg als hun dochter vier maanden oud is. Als de gebroken bon vivant een erfenis krijgt is hij niet meer te stoppen en gaat op wereldreis met het idee zijn jongensdroom een reis rond de wereld te gaan leven. Maar kan hij nog vrij zijn? Gaat het hem lukken een relatie op te bouwen met zijn lieve dochter?