Blog9: Onder de Spaanse zon en tussen het groene goud. Real-Life-Soap! Een (h)echte dorpsgemeenschap, die langzaam uitsterft?

 In Blog

Roy van Zanten Dolend in het zuiden van Spanje. Real-Life-Soap.

Blog9: ‘Onder de Spaanse zon en tussen het groene goud.

Een (h)echte dorpsgemeenschap, die langzaam uitsterft?

Twee vrouwen, die voor het open keukenraam aan het babbelen zijn, halen me uit een diepe slaap. Aangezien ik beneden slaap lijkt het net of ze bij mij in de slaapkamer staan. Ik open mijn ogen, ga op mijn rug liggen en starend naar het plafond met mijn handen gevouwen onder mijn hoofd word ik verder wakker. ’s Nachts is het frisser buiten, dus gaan de ramen tegen elkaar open om koelte het huis binnen te laten. We zitten hier op bijna 1000 meter hoogte, dus dat is goed slapen. Nadeel is, dat je alles hoort wat er op straat gebeurt. Gelukkig houd ik van de ochtenden en sta graag vroeg op. Dat is wel eens anders geweest, maar tegenwoordig maak ik een feest van de ochtend. Een nieuwe dag verdient een relaxt en vrolijk begin. Nieuw begin, nieuwe kansen!
De buurvrouw van schuin tegenover heet Doña Clara. Ze is een vrouw van middelbare leeftijd, heeft kastanjebruine krullen tot haar schouders, op haar neus een grote bril, waarachter lichtgrijze slimme ogen zichtbaar zijn en ze heeft een lieve uitstraling. Ik zeg wel van de overkant, maar dat is hier in Castril anders dan in Nederland. De straat/steeg waar we aan wonen is nog geen twee meter breed. Je weet wel, de steeg waar ik doorheen probeerde te rijden met mijn bestelautootje op de dag van aankomst. Het huis heeft een korte opstap, en daarna sta je op straat. In ons geval de Calle Río. Ik ben Clara al meerdere keren ’s ochtends tegengekomen. Vaak zijn we dan nog in pyjama. Ze zegt altijd wel iets aardigs tegen me, wat ik graag beantwoord. De vrouw met wie ze staat te praten ken ik nog niet. Ze is iets ouder, kleiner van stuk, heeft kort haar en draagt zwarte bril voor haar ogen. Ook zij heeft zo’n lieve uitstraling.
‘Waarom zouden we ruzie maken? Het leven is al zo kort,’ zegt ze, alsof ze mijn gedachten gelezen heeft. ‘Estoy totalmente di acuerdo contigo,’ antwoord ik vanuit de deuropening dat ik het helemaal met haar eens ben. We lachen vriendelijk naar elkaar. ‘In Panama zeggen ze dat het leven 4 dagen duurt,’ doe ik er een schepje bovenop. ‘Ik ben Carmen en woon hier vlak achter,’ zegt ze en lacht. Clara staat in de deuropening van haar huis met een mok koffie in haar hand en vraagt of ik ook koffie wil. Zo’n aanbod kan ik niet afslaan. Natuurlijk, ik heb zelf een Senseo apparaat in de keuken staan, maar het is geen koffie wat ze me gaat geven. Het is burenliefde. En ik ben ook wel benieuwd hoe zij haar koffie drinkt. Een minuut later komt ze vanuit haar woonkamer door haar muskieten-gordijn van lange plastic slierten heen en geeft me een mok aan. ‘Azucar?’ vraagt ze met een blik in de hand. ‘No gracias,’ antwoord ik. ‘Quieres leche?’ Ik schud vriendelijk nee. Of ik dan een zoetje wil. ‘Nee, ook niet, dank je buuf.’ De koffie is goed en sterk. Heerlijk. We praten verder over koetjes en kalfjes. Ze zijn blij dat ik goed Spaans spreek en hen begrijp.
Clara’s witte langharige poes met lichtblauwe ogen glipt door het sliertengordijn naar buiten en rent meteen door de steeg naar beneden, slaat links af en verdwijnt uit het zicht. Eerst blijft Clara nog staan met de boodschap: ‘Ze komt zo weer terug hoor. Ze is hier veel te bang in die smalle straatjes met geen mogelijkheid tot vluchten.’ Maar ze komt niet terug. We lopen gedrieën achter de poes aan om haar te gaan zoeken. Even is er paniek. We gaan alle drie een steeg in naar beneden en roepen allen om Linda. Linda, Lindaaa, Lindaáá…
Na plusminus vijf minuten hoor ik achterbuurvrouw Carmen ‘Ze is hier!’ zeggen. We snellen erheen. De kat heeft zich verstopt in een heel smal huisje wat wel vijf meter hoog is en twee meter op zijn breedst. ‘Ze zit op het zoldertje,’ zegt Carmen. Clara loopt meteen naar de smalle opening en roept haar poes. Carmen wijst naar haar woonhuis aan de overkant van het straatje. Naast de voordeur staat een bruin houten bankje. Erboven zit een pergola die vol druiventrossen hangt. ‘Deze coral, binnenplaatsje met het smalle huisje, gebruikten we vroeger voor de opslag van aardappels, groente, mais, fruit en als stal voor de kippen en ezel. Clara heeft inmiddels haar prachtige witte kindje te pakken en zo lopen we gedrieën terug naar onze voordeur. De poes wordt voorzichtig in de kamer losgelaten en de deur gaat dicht. ‘We gaan naar het kerkhof,’ zegt Clara. Beide vrouwen hebben een blauw emmertje bij zich met een schepje, harkje en een rol plastic zakjes erin. En zo gaan ze op weg. Als ik de koffie op heb mag ik de mok in haar deuropening neer zetten. Dan vindt zij hem wel als ze terugkomt. Wat een schatten van mensen. Dag doña Carmen. Dag doña Clara!

Die steeg voor ons huis is wel degelijk speciaal. Het is een horizontaal stuk gestort cement van een meter of dertig lang, waar een hond met veel gevoel voor humor vlak voor het opdrogen nog even doorheen is gerend. Via een super steil geplaveid pad staat het naar links in verbinding met de centrale plaza van het dorp. Het is de meest gefotografeerde steeg van het dorp. Op de plaza is het gemeentehuis, zijn winkels en er staan bankjes. Naar rechts loopt ons straatje verder naar beneden richting het dal, wat uitkomt bij een kleine waterval, de camping en de rivier met de beroemde Pasarela. Dat is een avontuurlijke wandeling langs de rivier en de rotsen over houten galerijen en een stalen hangbrug die in het dorp uit komt.

Ik gok dat het dorp ontstaan is op de Plaza Central. Eerst zijn ze bovenop het langgerekte platte gedeelte van de berg begonnen met bouwen. Toen dat vol was zijn ze naar beneden uit gaan breiden in de verschillende richtingen en zo lijkt het dorp als een zadel over de berg te hangen. Alleen op de twee plaza’s die het dorp rijk is, is ruimte tussen de huizen. Verder is alles dicht op elkaar gebouwd. Mario corrigeert me. Ik kom hem tegen op straat. Hij weet veel over het dorp en ik vraag hem dus hoe het zit. Werkende voor de gemeente zorgt hij ervoor dat het dorp er picobello uit ziet voor de bewoners en de toeristen, vooral voor wat betreft de geraniums die door het hele dorp langs de muren hangen. Castril heeft de meeste planten van alle dorpen in Spanje. Om precies te zijn 1835 stuks, volgens de laatste telling ;). Daardoor behoort het tot één van de authentieke dorpen van Spanje. Mario neemt me mee naar het beeld van de Sagrado Corazón, wat boven het dorp uitsteekt. Hij is duidelijk fitter dan ik. Meerdere keren moet ik uithijgen, hangend over de trapleuning. Hij wijst richting het stuwmeer waar een enorm rotsblok (peña) uit de aarde oprijst. ‘Daar was de eerste nederzetting van Castril de la Peña, een tentenkamp van de Romeinen. Daarna kwamen de Moren. Achter het beeld zijn de resten te zien van een kasteel wat gedeeltelijk weer opgebouwd wordt. Een soort mini Alhambra. Toen Spanje heroverd werd door de Christenen werden daar de eerste huizen gebouwd door rijke handelaren.’ Mario wijst naar de zuidoost rand van het dorp. Mijn Engelse maat Pablo heeft er een huis. Het uitzicht is adembenemend. Ik klik snel een paar foto’s af, me verbazend over de grote hoeveelheid huizen die het dorp rijk is. ‘Castril was vroeger zeer welvarend en vooral zelfvoorzienend. Dit kwam door haar geïsoleerde ligging van de buitenwereld.’

Van de week waren onze buurvrouwen aan het babbelen in de steeg. Ze zaten op keukenstoeltjes in een kringetje dicht bij elkaar. De buuf van om de hoek, Maria, had het grootste woord. Bert en ik kwamen aanlopen en ik kon het niet laten even gezellig mee te kletsen. Al snel lagen we in een deuk over van alles en nog wat. ‘Van kinds af aan zijn we hartsvriendinnen. We woonden hier in de straat, gingen samen naar school en erna speelden we bij elkaar thuis of op straat. Ook vaak in jullie huis.’ Ik knikte vriendelijk ten teken dat ik haar begrepen had. ‘Onze vaders waren ook vrienden en hun vaders ook al,’ gaat ze verder. ‘Maar na onze schooltijd zijn we verhuisd, omdat hier geen werk meer was. Ik naar Sevilla. Zij naar Cataluña en zij naar Almería.’ Nu komen ze elk jaar in augustus terug naar hun roots en beleven ze hun vriendschap en familiebanden in optima forma. Een band als een soort jaarlijks terugkerende schrikkelmaand.

Ik denk terug aan mijn eerste dag hier in Castril, nu twee maanden geleden. Bert nam me mee op een rondje wandelen door het dorp. De deur ging op een kier en we waren zeker een uur weg. Het bestaat nog! Je voordeur open laten terwijl je niet thuis bent. ‘Is dit stiekem het dorp wat ik aan het zoeken ben?’ Leven in de bergen zonder stress en in alle vrijheid is hier mogelijk. Inmiddels heb ik aardig wat rondgekeken in de omgeving. Mijn maat Bob uit Nederland heeft dezelfde levensgeschiedenis als ik en ook het idee om op een vooral rustige plek te willen leven. Eventueel met een klein verdienmodel van huisjes verhuren, mensen samen brengen voor koop en verkoop of een camping of B&B runnen. Halve dagen werken, geen stress en geen overbodige investeringen. Leven in een mooie omgeving en in een fijn klimaat. ‘En ze leefden nog lang en gelukkig,’ dat idee.
De zone van Hinojares, Castril, Fatima, Pozo Alcon, Cuenca en Puebla de Don Fadrique. De vallei loopt van Murcia in het oosten richting Jaén en Granáda in het midden van Spanje en is honderden kilometers puur natuur. Hier en daar heb ik enkele stukken grond en huizen bekeken. Vooral ook van mensen via de mond-op-mond reclame. Over een paar maanden komt Bob hiernaartoe en gaan we samen op onderzoek uit in Spanje. Ja, het is een soort ‘ik vertrek’ verhaal. We hebben al enkele zones gearceerd op de kaart die we in ieder geval nog willen bekijken. Onder andere het noorden van Extremadura, de driehoek: Alicante, Valencia en Albacete, rondom Teruell, rondom Málaga en de Rioja.

Ondertussen is wel mijn geld bijna op dus het is een beetje dromen met de ogen open. Het was een gok Nederland te verlaten, maar spijt heb ik zeker niet. Stiekem hoopte ik erop ontdekt te worden als schrijver en mijn Dolen Trilogie boeken te verkopen als zoete broodjes. In feite is wat ik nu doe een vervolg op de boeken en misschien komt hier nog een vierde Dolen boek uit voort. Dus het is zeker geen verloren tijd. En dromen zijn er om geleefd te worden! Dus vol gas vooruit Roy! Anders zal ik een baantje pakken tussendoor. Spaanse les geven aan buitenlanders bijvoorbeeld of Engelse les aan Spanjaarden. Of toch weer de tennisbaan op? Het zorgt voor een aangename afwisseling tussen avontuur en de zoektocht naar een min of meer vaste plek… In die zoektocht blijf ik steeds weer mooie dingen meemaken en interessante mensen ontmoeten. Het leven is prachtig! Elke nieuwe dag brengt nieuwe kansen…

Wordt vervolgd… Volg Roy op zijn zoektocht door Spanje naar de ideale woonplek. Elke dinsdag komt er een nieuwe blog uit. Soms ook nog één op vrijdag.

Ben je op zoek naar leesboeken voor de zomervakantie?

Recent Posts

Leave a Comment

3 × vijf =