Blog13: Onder de Spaanse zon en tussen het groene goud. Real-Life-Soap! Oog in oog met een stier…

 In Blog

Blog13: ‘Onder de Spaanse zon en tussen het groene goud.’

Roy van Zanten Dolend in het zuiden van Spanje. Real-Life-Soap.

De stier kijkt me aan met grote zwarte ogen. Om ons heen is het donker. We staan nog geen halve meter uit elkaar. Het lijkt of we in een vacuüm getrokken bubbel zitten en er buiten ons niks bestaat. Mijn wereld is beperkt tot enkele vierkante meters. De lange puntige hoorns van het grote beest steken gevaarlijk in mijn richting. Hij schudt onrustig met zijn kop en snuift uit zijn grote neusgaten. Zijn voorpoten trillen en met één ervan schraapt hij over de grond. De scherpe geur van diarree en urine bereikt mijn neus. Angstvallig probeer ik contact met hem te maken en hem gerust te stellen. Het lijkt of de tijd langzamer gaat en ik details zie die me normaal gesproken niet op zouden vallen. Zo zie ik zijn trechtervormige harige oren zenuwachtig draaien vanonder zijn machtige hoorns. De hoorns die in een sierlijke bocht symmetrisch eerst naar buiten van zijn hoofd wegdraaien en van wit over gaan in zwarte punten die boos omhoogsteken. Op zijn rug zie ik een onregelmatig bobbelig brandmerk wat op een cijfer lijkt. Is het een 5? Een 6? Of een hoofdletter G? Hij schudt nog een keer wild met zijn kop. ‘Rustig maar vriend, kalm aan,’ hoor ik mezelf zeggen. ‘Alles komt goed.’ Zie ik angst, paniek of boosheid in zijn ogen? Geen idee. Of verbeeld ik me dit allemaal?

Langzaam dringen andere geluiden tot me door. Van schreeuwende mensen dichtbij en van harde discomuziek, iets verder weg. Nog nooit zag ik een stier van zo dichtbij. Leunend op de omheining van boomstammen die de gang naar een vrachtwagentje markeert, sla ik dit alles gade. Achter de stier is de lege koral, zijn veilige haven. Maar hij kan niet achteruit, want het ijzeren hek is dicht. De schepen achter hem zijn verbrand. Hij kan alleen nog maar vooruit. Er schiet een gedachte door mijn hoofd. ‘Lijkt die stier op mij? Een paar maanden geleden heb ik ook de schepen achter me verbrand en heb ik Nederland verlaten. Mijn geboorteland is sterk veranderd de laatste jaren en dan bedoel ik niet ten goede. Schijnheiligheid lijkt de boventoon te voeren en ‘normaal denken’ is al een tijd geleden afgeschaft.
De bedoeling is dat de stier over een dikke schuine plank het wagentje inloopt. De andere stieren en koeien staan er al in. De stier zijn rechter hoorn klapt hard tegen de boomstam vlakbij mijn hand, die ik snel terugtrek. Het trilt nog lang na. Wat een kracht zat er in die klap. Dat scheelde niet veel of mijn hand had eraf gelegen. Opletten Roy! Ik tel mijn zegeningen.
De eerste dag zit erop van ons dorpsfeest. Rond middernacht worden de stieren en koeien afgevoerd en naar een wei in Fatima, een dorp op een kwartier rijden afstand, gebracht. Daar kunnen ze in alle rust de nacht doorbrengen en de volgende dag komen er andere viervoeters in hun plaats. Op deze wijze lijden de stieren en koeien minder, omdat ze slechts één dag van de drie aanwezig hoeven te zijn. De laatste stier lijkt niet te snappen wat er van hem verwacht wordt. ‘Moet ik net als hij ook vol gas vooruit in mijn leven? Terug gaan kan niet meer. En het lijkt erop dat ik hier vast zit in Castril.’ De stier krijgt zijn voorpoten niet goed op de planken en raakt lichtelijk in de stress. Er komen een paar pastores (herders) bij om te helpen. Er wordt geschreeuwd. Ik probeer contact te maken met de stier en hem te kalmeren. Hem te vertellen dat het veilig is en het hem goed zal doen de wagen in te gaan. Een van de pastores springt in de gang achter de stier en duwt hem naar voren. Het beest verzet zich. Ja, logisch. Dat werkt bij ons mensen net zo. Hoe meer je in een bepaalde richting geduwd wordt, hoe meer je tegen werkt. Ik krijg medelijden met het lieve beest en doe nog een poging hem aan te moedigen zijn poten op te tillen. Het hek van het wagentje gaat open. De andere stieren wachten en moedigen de laatkomer aan. ‘Hay que levantar su pata delantera,’ roep ik naar de pastor die aan de voorkant staat, wijzend in de richting van de voorpoten. En dan opeens lukt het en loopt de stier het wagentje in. Het hek gaat dicht en daarna de achterdeur. Even later rijdt het wagentje over het zand, via de met boomstammen en ijzeren hekken gebouwde arena, het dorpsplein af, richting de kalmte van bergen. Opgelucht kijk ik ze na. ‘Nou ik nog,’ galmt het door mijn hoofd. ‘Gas geven Roy!’

Rennen met stieren…

Over dit onderwerp heb ik enige tijd nagedacht; of ik het wel zou posten, aangezien ik nogal wat haatdragende vooroordelende afkeurende reacties heb gekregen op een eerdere post over dit onderwerp. Toch heb ik besloten het wel te doen, omdat dit ook bij Spanje hoort. Ook omdat ik blij ben met tradities en cultuur, mits ze okay zijn.
Diep van binnen was ik sceptisch geweest of het er allemaal wel zo feestelijk aan toe zou gaan, want je hoort de raarste en bloeddorstigste verhalen over dit soort feesten. Maar het leek er meer op dat het hier vooral een zuipfeest betrof.
Ruim voor het allemaal begon waren de inwoners van Castril al druk in de weer om het dorp om te turnen in een paradijs. Er reden vrachtwagens met kranen af en aan om ijzeren hekken en lange boomstammen af te laden en om te bouwen tot tribunes langs een soort langwerpige arena. Huizen, parkeerplaatsen en loodsen werden omgebouwd tot feria-bars. Spaanse vlaggetjes aan lange touwen werden opgehangen boven de plaza de ayuntamiento, het centrale plein voor het gemeentehuis. Er stroomde een bruisende verwachtingsvolle energie door de straten van het kleine bergdorp. ‘Wanneer komen de stieren en koeien? Is het gevaarlijk? Zijn er wel eens doden gevallen?’ waren veelgehoorde vragen die gonsden door de steegjes, langs het Sagrado Corazon (het heilige standbeeld op de berg) en over de passarela, een toeristische wandeling langs de rivier door de Gorge (kloof) van Castril. Mijn overburen zeiden dat ze er niet van hielden en net zoals bij ons in Nederland mensen ‘vluchten’ voor carnaval, ze op visite zouden gaan bij hun kinderen in Almería. Vooral omdat er tijdens de feesten nogal wat gedronken wordt en rumoer is in de straten.

En zoals zo vaak gaat het toch weer helemaal anders dan je verwacht. Ik neem jullie even mee terug naar afgelopen vrijdagochtend. Het hele dorp was in afwachting van de ‘stieren’:
‘Ze komen tussen 11 en 12,’ wordt er gezegd. Anderen zeggen dat ze er niet eerder zullen zijn dan 13:00 uur. Bert, mijn huisgenoot, en ik lopen zenuwachtig door de straten op zoek naar de mooiste plek om toe te kunnen schouwen en foto’s te maken. In mijn achterhoofd spelen gedachten om eventueel mee te rennen, ondanks dat ik niet precies weet wat dit betekent. Nooit eerder heb ik het life gezien. De weg is afgezet met balken steunend op ijzeren palen, vanaf de ingang van het dorp tot aan de centrale Plaza. Alles bij elkaar zo’n 200 meter met een flauwe bocht en afdalend richting het centrale plein. Bert denkt dat hij de ideale plek heeft gevonden langs de afzetting met de zon in de rug voor het betere camera werk. Ik loop door naar boven richting de T-splitsing vanwaar de route start.
Speciaal voor de gelegenheid is er een groep politieagenten van de Guardia Civil aanwezig die druk doend heen en weer lopen en aan het vergaderen zijn aan een tafel bij Café Four Roses. ‘Zij zijn er voor de veiligheid van de stieren en ze zorgen voor al het papierwerk,’ spreekt Emilio, terwijl hij wijst naar de groep mannen. De kleine tuinder die ik ken via Pablo, wenkt me met zijn hoofd richting het terras van de bar. Of ik een ‘quinto’, 20 centiliter biertje in een flesje, wil. Ondanks dat hij het niet breed heeft toch dit aanbod. Ik knik en we gaan zitten aan een tafel naast de balken afzetting. ‘Hoeveel stieren komen er eigenlijk?’ vraag ik nadat we geproost hebben. Angel, de man die de bar runt, komt twee tapas brengen voor bij de biertjes. Emilio denkt dat het er een stuk of dertig zullen zijn. Ik probeer me een voorstelling te maken van hoe dat in vredesnaam moet gaan passen op het kleine dorpsplein, in de arena. De zon brandt al weer flink en het ijskoude biertje smaakt dan ook goed. En we zitten op de eerste rij, aan een tafel, ontspannen onder een parasol. Beter gaat het niet worden.
Ik bestel een tweede ronde voor ons. Emilio heeft het feest al tig keer meegemaakt en haalt zijn schouders op voor wat betreft alle opwinding. Voor hem is het een leuke afwisseling op de dagelijkse saaiheid. Voor mij is het puur genieten.

Er is opwinding in het publiek wat in grote getale aanwezig is. ‘De stieren komen eraan,’ wordt er geroepen. Ik sta aan de rand van de brede weg bij de T-splitsing aan het begin van het dorp. Een groep jonge gasten is de benen aan het rekken en strekken. Ik heb Emilio bij de tafel achtergelaten en sta binnen de omheining op de brede weg. Nog in twijfel of ik wel of niet mee ga rennen. Aan de ene kant heb ik geen ervaring met beesten en zou het dus super dom zijn om zomaar ineens mee te gaan rennen. Vooral als je geen idee hebt van wat je aan het doen bent. Dan opeens komen er een paar paarden de hoek om rennen met de stieren er achteraan. Het ziet er imposant uit. Voor ik heb kunnen reageren zijn ze me al voorbij gerend richting het centrum. Ik had ze niet eens bij kunnen houden. Was dit het nou? De hele ochtend wachten en dan opeens zijn ze je al voorbij met de snelheid van een kleine scooter. Als een soort wielerpeloton bij de Tour de France zijn ze je voorbij voor je hebt kunnen knipperen met je ogen. Slome die ik ben. Later zie ik dat ze op de plaza central bijeen zijn gedreven. De tribunes zitten vol mensen, maar ook in de arena staan veel mensen en niet alleen de pastores. Er is dus blijkbaar geen direct gevaar te vrezen van de stieren en koeien.

’s Avonds praat ik met één van onze lokale politieagenten. Ik vraag hem vriendelijk lachend of hij een druk weekend en vooral nachten voor de boeg heeft. Hij antwoordt dat hij tot zeven uur werkt vanavond en dan naar huis gaat om te eten. Geen nachtdiensten voor hem dus. Dat lijkt me sterk…

Inmiddels zijn de feesten afgelopen. De bars waren tot vroeg in de ochtend open en er werd gefeest, gedanst en gedronken. Ik ben een paar keer ’s ochtends door de straten gewandeld, omdat ik graag vroeg op sta. Ik heb geen narigheid gezien, ondanks de drukte. Geen ruzies, geen vechtpartijen, geen vuilnis op straat, niks kapot gemaakt. Waow!

Het ene ‘rennen met stieren’ zal beslist het andere niet zijn, maar over de activiteiten van Castril kan ik kort zijn. Hier worden de koeien en stieren met respect behandeld en het zuipen valt ook wel mee. Vanuit de traditie gingen de stieren na de feesten weer terug de bergen in. De eerste die een stier of koe slecht behandelde kreeg het aan de stok met de pastor of eigenaar boer van de betreffende stier. En er wordt niemand vermoord…

Voor en tegenstanders zal je altijd wel hebben. Wat je ook doet…

Ben je op zoek naar leesboeken voor de aankomende winter, Sinterklaas of voor de kerstdagen?

Wordt vervolgd… Volg Roy op zijn zoektocht door Spanje naar de ideale woonplek. Lees eerdere blogs op deze site!!

Recent Posts

Leave a Comment

vijftien − 4 =